Nederland heeft eigenlijk maar twee echte kathedralen: de Dom van Utrecht en de Nieuwe St. Bavo in Haarlem. Alleen zij zijn zowel als kathedraal gebouwd en zijn ook daadwerkelijk als bisschopskerk in functie (geweest). Toen in 1853 de katholieke bisdommen werden heropgericht had Nederland vijf kathedralen. Althans wat hun functie betreft.
Tot die kathedrale status behoort het voorbeeldige karakter van de liturgie voor andere kerken in het bisdom. De kathedraal stelt als het ware de norm voor goede liturgie en een passende liturgische inrichting, in harmonie met de architectuur. In deze lezing wordt de vraag gesteld in hoeverre de Nederlandse kathedralen – met misschien wel de Bavo voorop – deze rol vervuld hebben over een periode van 170 jaar.
Aan de orde komen achtereenvolgens de idealen van de katholieke emancipatie, de gevolgen van de verzuiling, de behoefte tot vernieuwing, de afkeer van het rijke roomse leven, de herbezinning van de laatste decennia. Kortom: het verhaal gaat over de effecten van grote maatschappelijke en spirituele veranderingen op de architectuur en de inrichting van de toonaangevende kerkgebouwen in Nederland.